Hijsinstructie
Hijsgereedschap
Op de bouwplaats of op de kraan dienst het volgende hijsgereedschap beschikbaar te zijn.
4-sprong:
6-sprong: Extra inkorthaken nodig voor het inkorten van de middeltste lengen (sprongen).
8-sprong: De 8- sprong kan bestaan uit (van boven af); 2-sprong met een lengte van 2-4m., SWL>elementgew., in elke haak een doorloopleng, bv. een eindloze hijsband (2st. van 2-4m., SWL 3-4t. voorzien van D-sluitingen (4st.), in ele sluiting een 2-sprong (4st.) met een lengte van 2-5m., SWL 2-4t. Zie bijgaande schets.
De doorlooplengen zorgen automatisch voor gewichtsverdeling tussen de 4 tweesprongen.
Voorbeeld samenstelling 8-sprong:
Materieellijst:
- 1 st. 2- sprong, lengte 3m., SWL 5t.
- 2 st. eindloze hijsband, lengte 3m., SWL 3t.
- 4 st. D-sluitingen, SWL 3½ t., voorzien van borgclip.
- 4 st. 2 –sprongen of 8 st. losse lengen, lengte 5m., SWL 2t (per leng).
In de kraanhaak de 2-sprong van 3m. lang à SWL 5t. per leng.
In elke haak een eindloze hijsband van 3m. lang à SWL 3t. halverwege
ingehaakt, lengte is dan ca. 1,5m. Beide losse uiteinden van elke hijsband
voorzien van een D-sluiting, hierin een 2-sprong aanbrengen van 5m. lang à SWL 2t per leng.
Vanuit de verwerkingsvoorschriften (aanwezig bij de uitvoerder)
Handelingen metbetrekking tot hijsen, opslag en transport mogen geen aanleiding geven tot beschadiging en/of scheurvorming van de vloerelementen. Indien tussenopslag noodzakelijk is, dienen de elementen vrij van de grond worden gestapeld en gelijkmatig worden onderstopt. Ondergrond dient voldoende draagkrachtig te zijn, eventueel de ondersteuningsoppervlakte vergroten of stepelhoogte verlagen. Ondersteuningspunten dienen zich recht boven elkaar te bevinden (fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade t.g.v. tussenopslag.
Hijsen
De vloerelementen mogen uitsluitend gehesen worden in de hoek tussen een opgaande en neergaande diagonaal van de tralieliggers.
aanpikpunten moeten zich bevonden aan buitenste tralieligger en tussen 1 en 1,25m. van einde plaatlengte. De aanpikker dienst hier nadrukkelijk op te worden gewezen.
De kleinste hoek tussen kabels en element moet tenminste 60 granden bedragen. Alle aanpikpunten dienen gelijkmatig belast te worden, eventueel een aanpikpunt één 'hoekpunt' verplaatsen om de benodigde lengte aan te passen. De elementen dienen gelijkmatig en horizontaal te worden gehesen, waarbij gelt moet worden op een goede gewichtsverdeling. Het hijsen, laten zakken en neerleggen dient zonder schokken of stoten plaats te vinden.
tijdens het hijsen dienst de aanpikker zich niet op, onder of tussen de elementen te bvinden. Bespreek met de machinist de draairoute en zorg ervoor dat zich hierin geen mensen bevinden.
Na het plaatsen van het element en het afkoppelen van de haken, dienen de haken te worden gesloten en begeleid langs de tralieliggers om spontaan inhaken te voorkomen.
Bij asymmetrische elementen zijn meestal extra verlengers, of inkorthaken nodig om het element gelijkmatig en horizontaal te hijsen. Geef extra aandacht aan smalle (zwakker)plaatsen in elementen en laat de machinist voorzichtighijsen.